Tijdens mijn zwangerschap was het voor mij al snel duidelijk: ik zou proberen borstvoeding te geven. Tot groot genoegen van de verloskundigen, artsen, de kraamverzorgende en zelfs willekeurige, nieuwsgierige voorbijgangers die ongevraagd hun goedkeuring uitspraken. Ik werd overal – gevraagd en ongevraagd – geïnformeerd over hoe ik de borstvoeding op gang kon laten komen en werd tijdens mijn kraamtijd geweldig geholpen. Met positief resultaat: onze zoon dronk mijn melk, iets waar ik tot op de dag van vandaag nog trots op ben. Wat echter geen enkele deskundige (of willekeurige voorbijganger) mij vertelde, was dat sommige baby’s zich kunnen ontwikkelen tot rasechte flesweigeraars. Mijn baby was er zo één…
Geen flesje meer
Totdat zoonlief negen weken oud was, kreeg hij regelmatig een flesje gekolfde melk. Als ik onzeker was of hij wel genoeg binnen kreeg, of als ik hem ’s nachts wilde voltanken om een paar uurtjes te kunnen slapen. Tot het moment dat ik het zat was om een aantal keer op een dag als melkvee aan het apparaat te hangen. Ik besloot ter plekke dat ons kleine mannetje het voortaan met de borst moest doen en dat we flesjes alleen in uitzonderlijke situaties zouden gebruiken. Als opa en oma een keer op zouden willen passen, bijvoorbeeld, of als mama voor de verandering eens een wijntje wilde drinken. Zo gezegd, zo gedaan. Het alleen-borst-beleid beviel ons ventje best. Zo goed, dat hij op een dag überhaupt zijn flesje niet meer pakte.
Benauwend
We waren met mijn schoonouders een weekendje weg en zij wilden de nachtdienst van ons overnemen, zodat we weer een keer konden bijslapen. Heerlijk, alleen vond onze zoon dat niet zo’n goed idee. Hij deed alsof hij niet begreep hoe het moest, het drinken uit een fles. En dat bleef de komende dagen het geval. Ik zat met mijn handen in het haar, want opeens was er geen andere optie meer voor mij dan live-voeden. En hoewel het daar toch 95% van de tijd op neer kwam, vond ik het heel confronterend en benauwend dat ik er nu geen keuze meer in had. Ik besloot op onderzoek uit te gaan en kwam al snel de term ‘flesweigeraar’ tegen. Zo kwam ik erachter dat er relatief veel borstgevoede baby’s zijn die op een gegeven moment niets meer met een flesje te maken willen hebben. Ik heb hele dagen lang op internet gezocht naar oorzaken en oplossingen en heb ook gesprekken gehad met het consultatiebureau en een lactatiekundige. Dit alles heeft mij enigszins geholpen.
Oorzaak
Volgens onze lactactiekundige van het ‘Borstvoedingscentrum Amsterdam‘ gaan baby’s tussen de pakweg acht en twaalf weken een voorkeur ontwikkelen. Kinderen die in die periode alleen de borst aangeboden krijgen, hebben grotere kans om daarna niets anders meer te willen. Bovendien zie je flesweigeraars meestal bij moeders die erg beschikbaar zijn. Moeders die de hele dag bij hun baby zijn en borstvoeding geven op verzoek. Baby’s die nooit hoeven wachten op hun voeding, maar altijd lekker een slokje kunnen nemen als het hen uitkomt, hebben meer kans op het weigeren van de fles. Mijn baby voldeed aan al die eisen.
Voorkomen?
Had ik het flesweigeren van mijn zoon kunnen voorkomen? Volgens onze lactatiekundige is dat niet 100% af te dekken. Ik had hem in die bewuste periode één (of een paar keer) per dag een flesje aan kunnen bieden, om hem te blijven leren dat een flesje ook bij zijn voedingspatroon hoorde. Misschien was hij dan geen voorkeur voor de borst gaan ontwikkelen. Bovendien was ik inderdaad altijd extreem beschikbaar. Zoonlief hoefde maar in de richting van mijn borst te kíjken, of ik deed mijn shirt al omhoog om hem eraan te hangen. Voeden op verzoek is inderdaad het beste, maar ik liet mijn zoon – door mijn eigen onzekerheid – vaak niet eens verzoeken. Nog voordat hij daadwerkelijk honger had, was zijn maagje alweer bijgevuld.
Oplossing
Ik heb veel – tegenstrijdige – tips gevonden om een baby weer te leren uit de fles te drinken. Nu was het voor mij niet eens een heel groot probleem (ik was/ben thuisblijfmoeder), maar ik snap dat het voor werkende moeders van grotere noodzaak is om de baby zo snel mogelijk weer voor de fles te enthousiasmeren. Tijdens mijn zoektocht naar een oplossing hebben we enorm veel flesjes uitgeprobeerd. Er staat een arsenaal in de kast waar de gemiddelde drogisterij jaloers op zou worden. Bovendien hebben we in overleg met het consultatiebureau vrij vroeg al het drinken uit de Camocup geprobeerd. Met heel veel geduld lukte het om onze zoon hier een paar milliliter uit binnen te krijgen, lang niet genoeg om een hele voeding van over te nemen. We hebben het geprobeerd met een flesje als ik uit huis was, als ik juist degene was die het gaf, rustig op de bank, in bad, als meneer moe was of juist heel wakker. Zittend, rondwandelend en met verschillende soorten spenen. We hebben er een spelletje van geprobeerd te maken (met aluminiumfolie om de fles, voor het interessante effect) en het hem – sorry lieverd! – een keer opgedrongen. Misschien waren we niet volhardend genoeg, maar totdat zoonlief ruim zes maanden oud was, heeft hij zijn voorkeur bijzonder goed vol weten te houden.
En toen?
Toen onze zoon meer hapjes ging eten en we hem, zo rond zeven maanden, ook wel eens water of thee aanboden bij zijn zijn maaltijden, begreep meneer opeens weer hoe dat moest, uit een flesje drinken. Nog steeds ging het niet gigantisch snel, maar hij maakte een duidelijke drinkbeweging en klokte toch met het nodige enthousiasme een aantal milliliters weg. Vanaf dat moment hebben we hem iedere dag wel íets uit een flesje aangeboden. Een beetje gekolfde melk als ik een middagje de hort op ging, of water of thee bij zijn maaltijd. Opeens ging het weer! Wat een vrijheid gaf dat!
Geduld
Ik vond het flesweigeren van mijn zoon een erg vervelende aangelegenheid. Het benauwde me enorm dat ik de enige was die hem kon voeden en dat ik geen keuze meer had of ik wel of niet door wilde gaan met de borstvoeding. Achteraf gezien is die periode snel voorbij gegaan, maar toen ik er midden in zat, ben ik er vaak verdrietig over geweest. Toch is het geen reden voor mij om een eventuele tweede baby geen borstvoeding te geven. De voordelen wegen voor mij namelijk veel zwaarder. Bovendien zijn er nog opties om het flesweigeren misschien te voorkomen. Mocht onze eventuele tweede baby net als z’n grote broer een flesweigeraar worden, dan weet ik nu dat het goed komt. Dat we kunnen oefenen en dat het met een flinke dosis geduld uiteindelijk op z’n pootjes terecht gaat komen.
Wat mij verder heeft geholpen, was het feit dat onze lactatiekundige me verzekerde dat onze zoon het best zou overleven als ik een middagje weg zou gaan. Nadat zij dat had gezegd, zijn mijn man en ik ook vaker even samen op pad geweest. Ik vind het heerlijk om voor ons kleine kereltje te zorgen, maar hem heel soms bij zijn lieve opa’s en oma’s parkeren om lekker te gaan lunchen, is toch ook wel echt heel fijn. Ik kan iedere moeder van een flesweigerende baby dan ook van harte aanraden om soms even afstand te nemen. Of kindlief nu wel of geen melk drinkt tijdens jouw afwezigheid, maakt niet uit. Hij zal echt niet verhongeren en jij kan weer even opladen.
Meer weten?
Om jullie een idee te geven van tips om flesweigeraars weer aan de fles te krijgen, heb ik hieronder een paar links geplaatst die ik in meer of mindere mate heb uitgeprobeerd. Ze hebben mij niet per se geholpen, maar wie weet heb jij een baby die iets minder volhardend is. Denk goed na en probeer alleen datgene uit wat bij jou en je baby past. Mocht niets helpen, probeer jezelf dan moed in te praten. Baby’s laten zichzelf niet verhongeren, dus ook niet als jij even weg bent. Uiteindelijk zal zelfs de meest fanatieke flesweigeraar vaste voeding gaan eten en steeds minder afhankelijk worden van jouw voorgevel. Sterkte!
- Blogje van Aidulac Lactactiekundige over flesweigeren.
- Artikel van Prolacta borstvoedingscentrum met tips.
- Een filmpje met een tip die het uitproberen misschien waard is.
- Maak als je er erg mee zit trouwens even een afspraak met een lactatiekundige. Dat heeft mij zeker geholpen het iets minder zwaar in te zien.