Afgelopen week was er een uitzending op televisie waar ik wel even over na moest denken. Het ging om Hollandse zaken, een discussieprogramma. De stelling was deze keer erg interessant: ‘zitten Nederlandse opvoeders te veel ‘bovenop’ de ontwikkeling van hun kind?’ Zijn kinderen teveel een project geworden dat moet slagen?
Verschillende gezinnen
In het programma kwamen verschillende ouders aan het woord. Van ouders met vier kinderen die op woensdagmiddag naar drie verschillende clubjes gebracht moesten worden, tot ouders die hun jonge kinderen zonder moeite alleen buiten lieten spelen. Van een vader die zijn dertienjarige zoon een GPS-tracker had gegeven, tot een vader die stelde dat er in zijn gezin genoeg vertrouwen was om de kinderen per se zonder tracker door het leven te laten gaan.
Verwachtingen
Van onze kinderen wordt verwacht dat ze intelligent, sociaal, muzikaal, sportief, gezond én gelukkig zijn. Om dat te bereiken, gaan wij als ouders tegenwoordig heel ver. We brengen jonge kinderen naar zwem-, ballet-, korfbal-, en paardrijclubjes. Als ze ouder zijn, helpen we ze mee hun spreekbeurt in elkaar te draaien. We gespen fietshelmpjes op hun hoofden als ze fietsend naar school gaan en dat doen we uiteraard door ze zelf te brengen. We worden boos op de juf, als onze kinderen minder goed scoren dan verwacht en we eisen van de school dat ze ingrijpen, als er een pestkop in de klas zit. Allemaal met de allerbeste intenties: we willen de meest geweldige ouders zijn die we kunnen zijn. We willen dat onze kinderen later op een fantastische jeugd terug kunnen kijken en we willen dat ze allemaal zo goed mogelijk terecht komen. Met een leuke partner, veel lieve vrienden en een goede baan en een gelukkige, sterke persoonlijkheid.
Averechts effect
Maar kunnen we dat bereiken, door onze kinderen zo ontzettend tegemoet te komen? Of bereiken we dan het tegenovergestelde? Je zou namelijk denken dat we, door alles uit handen te nemen, alle drempels plat te walzen en alle obstakels uit de weg te ruimen, juist enorme mietjes aan het creëeren zijn. Zouden we onze kinderen niet een dienst verlenen door ze juist soms eens hun eigen sores op te laten lossen? Door ze eens zelf naar school te laten lopen (en ze vanaf het balkon stiekem in de gaten te laten houden). En door ze te leren hoe ze met een conflict met iemand anders om moeten gaan, maar door het per se niet zelf op te willen lossen?
Partnerrelatie
In de uitzending van Hollandse zaken kwam ook een deskundige aan het woord. Carolien Gravesteijn, lector ouderschap en ouderbegeleiding aan de Hogeschool Leiden, vertelde dat ze uit onderzoek weet dat zolang ouders goed in hun vel zitten, het de opvoeding ten goede komt. Ze zegt: “we fixeren ons heel erg op de opvoeding van onze kinderen, terwijl de meest belangrijke factor de partnerrelatie is. De partnerrelatie is van meest voorspellende waarde of ouders het gevoel hebben goed in hun vel te zitten.” Een mooie gedachte, vind ik, waar ik me ook echt in kan vinden. Overigens betekent dat zeker niet dat je als single ouder niet gelukkig kan zijn en dus geen goede opvoeder. Ik denk echter wel dat het omgekeerde het geval kan zijn: als je in een echt ongelukkige relatie zit, heeft dat z’n weerslag op hoe je je voelt en op hoe het met de opvoeding gesteld is.
Stapje terug
Misschien moeten we met z’n allen eens investeren in onze relaties. Moeten we de kinderen eens lekker bij opa en oma laten om er samen een avondje op uit te gaan. En misschien is het dus helemaal niet zo nodig, om de kinderen zwaar gestrest naar acht verschillende clubjes te brengen. Misschien komt een relaxte moeder, die een tijdschrift leest terwijl ze de kinderen voor de tv parkeert, de opvoeding veel meer ten goede dan een moeder die – geheel tegen haar eigen behoeftes in – de hele dag in dienst staat van haar nageslacht.
Lekker in bad
Hoewel ik inderdaad soms wel eens probeer een stapje terug te doen als ik merk dat ik te veel met Nim bezig ben (tja, ik ben nu eenmaal een thuisblijfmoeder en wil niet dat mijn zoon iets tekort komt), moet ik zeggen dat ik het een redelijk verhelderende conclusie vond. We doen het goed, ook als onze kinderen zich niet helemaal volgens de ‘Oei, ik groei!’-app ontwikkelen. Misschien moeten we iets liever voor onszelf zijn. Volgens lector Carolien Gravesteijn komt het de opvoeding van onze kinderen alleen maar ten goede, als we een keer een uurtje in bad gaan. Doen dus! 🙂
Wat vind jij van de stelling: ‘zitten Nederlandse opvoeders te veel ‘bovenop’ de ontwikkeling van hun kind?’
Hier kan je trouwens de aflevering terugkijken.