Niet iedereen zit er op te wachten, maar toch besluit zo’n 80% van de moeders na hun bevalling te starten met het geven van borstvoeding. Volgens de laatste cijfers houdt 39% het sowieso tot een half jaar vol, velen van hen zelfs nog langer. Toch komt er voor elke moeder een moment waarop ze het wil gaan afbouwen. Sommige moeders wachten af tot hun kind dat aangeeft, anderen besluiten zelf dat het genoeg is. Dit is een hele persoonlijke keuze die de moeder zelf moet maken. Overigens ook met behulp van haar kind, want als je te maken hebt met een flesweigeraar – zoals ik destijds – heeft stoppen met het geven van moedermelk heel wat meer voeten in de aarde. Wanneer en waarom je ook besluit te stoppen, afbouwen is vrijwel altijd van belang. Zowel voor je kind (die heeft tijd nodig om te wennen aan andere voeding) als voor jou om borstontstekingen en andere ellende te voorkomen. Vandaag een aantal tips die wij van lactatiekundigen en onze omgeving hebben gehad over het afbouwen en uiteindelijk stoppen met borstvoeding geven.
In de eerste maanden
Zie je het geven van borstvoeding na een aantal dagen, weken of in de eerste maanden niet meer zitten? Dan zal je wat borstvoedingsmomenten kunnen vervangen voor een flesje melk. Begin met de momenten waarop je kind sowieso het minst interesse had in de borst. Vaak is dat moment aan het einde van de middag of ergens in de loop van de ochtend. Meestal in ieder geval niet de voeding vlak voor het slapen gaan. Vervang die momenten voor flesvoeding en houd je borsten goed in de gaten. Heb je erge last van stuwing? Kolf dan even tot de druk eraf is. Het is niet de bedoeling dat je helemaal leeg kolft (dan houd je de productie in stand), maar het is ook niet de bedoeling dat je zo lang met opgeblazen borsten blijft lopen totdat er een borstontsteking ontstaat. Wees dus lief voor jezelf. Langzaam maar zeker (binnen een aantal dagen/weken, afhankelijk van hoe snel je wilt afbouwen en hoe gehecht je kindje is aan de borst), kun je op deze manier alle borstvoedingsmomenten vervangen voor flesvoeding. Mocht je hulp nodig hebben bij het afbouwen of hier problemen mee ondervinden, zoek dan een lacatiekundige die je hierbij kan helpen.
Na een jaar
Besluit je minstens een jaar te voeden om geen flesvoeding te geven, dan zit je daarna met een dreumes opgescheept die zelf ook heel wat vindt van het krijgen van borstvoeding. Sommige dreumessen zijn namelijk erg vasthoudend als het om hun fijne mamamelk-momentje gaat en willen hier nog lang niet mee stoppen. Anderen verliezen na verloop van tijd (tijdelijk) hun interesse en haken uit zichzelf af. Hoe dan ook, in sommige gevallen is het alsnog nodig om als moeder zijnde zelf concrete stappen tot stoppen te ondernemen.
Belangrijk is het om te onthouden dat jij als moeder hier het laatste over te zeggen hebt. Wil je echt niet meer? Dan houdt het op en is het jammer voor je kind. Zoals mijn lactatiekundige dat zei: als je kind als peuter uit de prullenbak wil eten, sta je dat ook niet toe. Dan gaat ie waarschijnlijk heel hard huilen als je hem dat verbiedt, maar dat doe je toch. En zo gaat het ook met het stoppen met borstvoeding: als je echt niet meer wilt, heeft je kind zich daar maar naar te schikken. Dat klinkt misschien hard, maar zo is het wel.
Overdag kun je je kind best vertellen dat ‘ie geen melk van mama meer krijgt, maar dat hij of zij het met een flesje (of bekertje) melk moet doen. Wordt ‘ie daar driftig van, dan kan je daar gewoon mee omgaan zoals je altijd doet. ’s Nachts is dat een heel ander verhaal. Als je je kindje hoort huilen, wil je hem troosten. Is je dreumes dan ook gewend om ’s nachts nog een slokje te krijgen, dan zal die waarschijnlijk de boel net zo lang op stelten zetten tot je toch maar weer met opgetrokken pyjama toegeeft. Tip van mijn lactatiekundige: breng je kindje lekker eens uit logeren als je echt van de (nacht)voedingsmomenten af wilt. Bij opa en oma heeft je kind vast heel goed door dat die niet hetzelfde krijgt als thuis en zal die eerder geneigd zijn gewoon door te slapen, of genoegen te nemen met een knuffel of een slokje water.
Samenvatting
De strekking van het verhaal is eigenlijk simpel, al vond ik die juist heel moeilijk te accepteren. Voor mijn gevoel waren Nim en zijn behoeftes altijd leidend voor hoe we het wat de borstvoeding betreft hebben gedaan, de afgelopen maanden. Als hij wilde, kreeg hij. Soms meer dan dat. Toen hij de fles ging weigeren, voelde ik me erg tegen de muur gezet. Precies rond die periode overwoog ik te stoppen met het geven van borstvoeding, maar dat kon dus niet. Achteraf ben ik er blij om dat ik toen door moest zetten, toen voelde het erg benauwend.
Mijn lactatiekundige heeft me in laten zien dat ik het zo zwaar allemaal niet hoefde te zien. Met Nim ging het goed, of hij nu wel of geen melk rechtstreeks uit mijn borst kon drinken.
Hoe wij hebben afgebouwd
Betty: “Op Nim’s verjaardag gaf ik soms nog drie keer per dag melk. Voornamelijk omdat meneer ’s nachts opeens weer een voeding kwam opeisen, maar de voeding van ’s morgens was ook nog erg populair. Die van ’s avonds minder, maar die gaf ik vooral omdat ik dat per se wilde. Nadat Nim een keer bij z’n opa en oma had gelogeerd, kwam hij ’s nachts niet meer voor melk. Daarna ging me al snel opvallen dat hij ook ’s morgens en ’s avonds amper interesse had. Hij dronk lafjes een paar slokjes en vond het toen alweer mooi geweest. Voor mij was dat een omschakeling. “Goh, misschien hoeft het van hem niet meer…” ik heb echt even aan dat idee moeten wennen. Ik besloot vervolgens de ochtend- en avondvoeding te vervangen voor een flesje warme melk, dat hij naar mijn idee met veel meer enthousiasme opdronk. Voor Nim was echt afbouwen dus niet nodig, hij was er gewoon wel klaar mee. Zelf heb ik hem nog een keer – twee dagen nadat we gestopt waren – aangelegd, omdat mijn borsten op klappen stonden. Daarna was het niet meer nodig. Al met al ging het heel soepel en makkelijk en soms moet ik nog steeds wennen aan het feit dat ik geen melk meer geef voordat ik mijn liefste naar bed breng. Heel gek, maar ik weet dat ronde twee er snel weer aan zit te komen 🙂
Esther: “Toen Lenthe één jaar werd, gaf ik nog twee voedingen. ‘S ochtends bij het opstaan en ’s avonds voor het naar bed gaan. Toen Lenthe geboren werd wist ik wel dat ik borstvoeding wilde geven, maar ik had er niet bij stil gestaan hoe lang ik het vol wilde houden. Gelukkig kwam de productie goed op gang en ging het me vrij makkelijk af om Lenthe zelf te voeden. Na drie maanden besloot ik dat ik sowieso door wilde gaan tot zes maanden. En na zes maanden besloot ik dat ik door wilde gaan tot een jaar. Toen ik die mijlpaal haalde, merkte ik bij mezelf dat ik er wel een beetje klaar mee was. Ik wilde weer eens een avond op pad kunnen gaan zonder kolf, of ’s ochtends het huis verlaten zonder eerst te kolven. Dus toen Lenthe één jaar werd, ben ik gaan afbouwen. Ik besloot de voeding ’s avonds weg te laten. Dat ging heel goed en werd zonder protesteren geaccepteerd. Ze ging ook gewoon zoet slapen zonder avondvoeding. Een kleine twee weken later heb ik toen de ochtendvoeding vervangen door een glaasje afgekoelde thee bij haar boterhammetje. Ook dat ging prima! Ook mijn lijf accepteerde snel dat de voeding stopte. Ik heb Lenthe na het stoppen nog twee keer aangelegd om de druk van de ketel te halen en toen was het klaar.”
Heb jij borstvoeding gegeven? En hoe ben je weer gestopt? Of hoe ben je van plan er ooit mee te stoppen?