Laatst vroeg mijn man naar mijn mening over het eventueel tweetalig opvoeden van onze zoon. We zijn beide Nederlands en spreken allebei prima Engels. Mijn man had ergens oppervlakkig gelezen dat tweetalig opvoeden veel voordelen zou kunnen hebben, dus hij wilde daar graag met mij over nadenken. Hoewel ik in eerste instantie niet stond te springen (Engels spreken tegen mijn zoon voelt écht heel onnatuurlijk), leek het me wel interessant om het fenomeen eens te onderzoeken voor ‘Mama zoekt uit’. In dit artikel probeer ik dan ook antwoord te geven op de meest voorkomende vragen. Voor wie is een tweetalige opvoeding geschikt? Wat zijn de voordelen ervan? En hoe pak je het precies aan?
Voorwaarden
Een kind dat zich normaal ontwikkelt, is erg gevoelig voor taal. Vooral in de eerste zeven jaar, ontwikkelt het taalgevoel snel. Nederlandse baby’s die ouder zijn dan drie maanden, schijnen al anders te kraaien dan bijvoorbeeld Chinese baby’s. Blijkbaar krijgen die ukkies zo vroeg al hun moedertaal mee. Het is voor jonge kinderen dan ook geen enkele moeite om twee, of zelfs drie, talen te leren. Hier zijn wel een aantal voorwaarden aan verbonden. Zo moet het kind, om succesvol twee (of meer) talen te leren, wel in een taalrijke omgeving opgroeien. Een kind uit een gezin waar veel wordt gezongen, voorgelezen en gesproken, zal eerder in staat zijn meerdere talen te leren, dan een kind uit een gezin waarin weinig wordt gepraat. Een andere voorwaarde is dat het kind de tweede taal leert van een ouder die de taal vloeiend en foutloos spreekt. Een kind leert namelijk door na te doen en als je met een zwaar accent en gebrekkige grammatica Engels tegen je kind spreekt, zal die het ook op die manier aanleren. Dan zou je de plank dus aardig mis slaan.
Voordelen
Mocht je aan de voorwaarden kunnen voldoen, dan heeft het tweetalig opvoeden veel voordelen. Zo heeft een kind dat tweetalig is opgevoed namelijk een voorsprong op school, als er later een tweede taal wordt aangeleerd. Bovendien heeft een tweetalig opgevoed kind erg veel met taal te maken gekregen, waardoor het zijn of haar moedertaal ook beter leert beheersen. Door woordenschat en grammatica in verschillende talen geleerd te hebben, is het kind in staat om sneller en beter verbanden tussen talen te leggen. Ook schijnen kinderen die meertalig zijn opgevoed over het algemeen intelligenter te zijn en zich beter te kunnen concentreren dan kinderen die ‘slechts’ één taal hebben geleerd. Hun hersenen moeten namelijk continu verbanden leggen en omschakelen, waardoor die actiever zijn. Zeker de moeite waard dus!
Kimberley herkent deze voordelen: “Mijn ouders zijn allebei Nederlands, maar spreken allebei de Engelse taal heel goed. Mijn ouders hadden er niet bewust aan gedacht om mij tweetalig op te voeden, maar toen ik vier was, begreep ik alles in het Engels al (voornamelijk doordat mijn ouders vaak BBC keken). Mijn vader merkte dit op en gaf mij Engelse boekjes, legde mij uit wat alles betekende als het net te moeilijk was en vond het heel leuk dat ik alles zo snel mee kreeg. Het is anders dan anders, maar het werkte. Ik heb nooit lager dan een 9 gehaald op school en begrijp alles in het Engels. Ik wil dat mijn kinderen ook mee geven. Engels is tegenwoordig zo belangrijk!”
Aanpak
Er zijn meerdere manieren om een kind meertalig op te voeden. De meest gebruikte en meest succesvolle manier is volgens het OPOL-systeem (One Parent One Language), waarbij de ene ouder Nederlands en de andere ouder uitsluitend de andere taal met het kind spreekt. Het voordeel hiervan is dat het voor het kind duidelijk is welke taal het moet gebruiken bij welke ouder. Een nadeel kan zijn dat de ene ouder het gesprek tussen de andere en het kind niet zou kunnen volgen (bijvoorbeeld als die de tweede taal zelf niet beheerst) en dat het voor ‘rare’ situaties kan zorgen (als bijvoorbeeld beide ouders wel Nederlands met elkaar spreken). Er moeten dus afspraken gemaakt worden over welke taal de ouders onderling met elkaar spreken en welke taal in het bijzijn van hun kind. Als al deze afspraken consequent nageleefd worden, heeft deze manier van tweetalig opvoeden de meeste kans van slagen.
De tweede manier van tweetalig opvoeden is de ML@H-methode, oftewel de ‘minority language at home’. Dit houdt in dat beide ouders de tweede taal thuis spreken en het aan de omgeving overlaten om hun kind de taal van het land waarin ze woonachtig zijn bij te brengen. Dit werkt bijvoorbeeld voor gezinnen die geëmigreerd zijn en waarbij hun kinderen naar school gaan.
Een andere manier kan zijn om, zoals in het geval van Kimberley, je kind veel in aanraking te laten komen met de andere taal. Dat kan door boekjes in de tweede taal voor te lezen, veel voor je kind te vertalen, anderstalige muziek te luisteren of filmpjes te kijken. Voed je je kind volgens deze manier op, dan zal die de tweede taal niet per se zo goed onder de knie krijgen als z’n moedertaal. Maar het kan wel degelijk een positieve bijdrage leveren aan het sneller leren van de tweede taal en het schakelen tussen talen.
Joyce voedt haar kinderen op deze manier ook tweetalig op. Als dochter van een Nederlandse moeder en een Australische vader heeft ze zelf een soortgelijke opvoeding gehad. Nu spreken zij en haar man af en toe bewust Engels met hun kinderen. Soms worden bijvoorbeeld bepaalde handelingen of gebeurtenissen in het Engels besproken, zodat het voor de kinderen concreet wordt wat er gebeurt. Ook wordt er veel Engelse muziek geluisterd en staan er vaak Engelstalige films of series aan. Zoon Aron (4) kan al enkele woorden en tellen in het Engels. Dit heeft hij heel snel geleerd.
Voor welke manier er ook gekozen wordt, het is belangrijk dat het kind veel met beide talen in aanraking komt. Voorlezen, zingen en praten met je kind (ook met een baby!) is enorm belangrijk!
Nadelen
Zoveel voordelen, waarom voedt niet iedereen z’n kind dan meertalig op? Dat komt omdat het praktisch toch wel erg lastig is. Vooral als beide ouders Nederlands zijn, is het vreemd als één ouder opeens structureel Engels (of welke andere taal dan ook) gaat spreken. Het voelt tegennatuurlijk en dat kan overkomen op je kind. Bovendien slaagt niet iedere tweetalige opvoeding. Vaak komt dat doordat de omgeving niet taalrijk genoeg was, omdat het kind toch niet genoeg in aanraking is gekomen met één (of beide) talen, of als de anders-sprekende ouder de tweede taal zelf niet goed beheerste. In dat geval heeft je kind er uiteindelijk geen voordeel aan om tweetalig te zijn opgevoed. Sterker nog: het kan zelfs zo zijn dat het kind ook de moedertaal dan minder goed onder de knie krijgt.
Kiezen voor een meertalige opvoeding van je kind, doe je dus niet zomaar. Je zou het als ouders zijnde kunnen overwegen als je écht heel zeker van je zaak bent, of omdat één van beide ouders bijvoorbeeld een andere moedertaal heeft dan het Nederlands. In dat geval raad ik alsnog aan om je goed te informeren, voordat je aan de slag gaat. Er zijn interessante boeken te verkrijgen over dit onderwerp en er zijn cursussen te volgen. Hieronder heb ik er een aantal gelinkt. Wij worden hier trouwens niet voor gesponsord.
- ‘Het succes van tweetalig opvoeden’ door Folkert Kuiken en Elisabeth van der Linden
- ‘Meertalig opvoeden’ door Marinella Orioni
- Meer informatie over cursussen met betrekking tot meertalig opvoeden
Lijkt een tweetalige opvoeding jou iets?